'CD-lobby struikelt over audiopionier'
(door Jan Misdom, 14 december 1989)
"De CD-speler staat nog in de kinderschoenen". Een uitspraak van Johan Ketelaar uit ’t Harde, de drijvende kracht achter een hifi-fabriekje dat het vooral zoekt in het bieden van optimale kwaliteit. Optimale kwaliteit, die volgens Ketelaar nog lang niet uit de CD-schijven gehaald is. Johan Ketelaar kan men een soort Willy Wortel noemen, een pioneer op audiogebied, die niet rust eer hij de door hem gesingnaleerde probelmen heeft opgelost. Deze pionier heeft ooit de euvele moed gehad te beweren dat het geluid van een goede elpee hem beter beviel dan die van de meeste CD’s. Inmiddels is hij daar door de laatse ontwikkelingen op het gebied van de CD-spelers anders over gaan denken, ontwikkelingen waar hij mede aan heeft bijgedragen. Niettemin viel de CD-lobby over hem, en andere dissidenten heen. Hieronder volgt een korte impressie van de laatste ontwikkelingen.
‘Kan het eens afgelopen zijn met dat gewauwel?’, is de kop van een artikel door Tjako Fennema in de Volkskrant van vrijdag 1 december (1989). Een artikel dat de vloer aanveegt met de vondst van een andere hifi-freak: Norbert Veel. Norbert Veel had een correctiemodule ontwikkeld die de omzetting van digitaal naar analoog signaal in de CD-spelers zou verbeteren. Dat was voor het NRC Handelsblad genoeg reden om op de voorpagina van 23 september te vermelden: ‘Geluidsfreak prikt mythe van de compact disc door’ en verderop in dezelfde krant: 'Perfect geluid CD’s is een mythe'. Dat alles naar aanleiding van een interview met dezelfde Norbert Veel.
De verhitte discussie van de laatse maanden gaat echter niet meer over de tekortkomingen die de eerste generaties digitale apparatuur vertoonden, maar ‘de CD-aanhangers’ duwen degenen die deze tekortkomingen aan de kaak stelden in het verdachte hoekje van de onverbeterlijke liefhebbers van de knarsende en ruisende grammafoonplaat. Ten onrechte, want uit niet één publikatie blijkt dat de onderzoekers Ketelaar en Veel op dit moment nog terugverlangen naar de oude analoge technieken.
Het lawaai dat het artikel van Veel in de NRC heeft veroorzaakt, vindt zijn oorsprong voornamelijk in de onzorgvuldig samengestelde kop die de lading van het interview absoluut niet dekt. Want wat is de werkelijke conclusie van dat verhaal: ‘Met de correctiemodule die Veel op basis van zijn bevindingen heeft ontwikkeld, kan deze tekortkoming (het slechte ‘vertalen’ van computertaal naar analoog signaal, JM) eenvoudig worden verholpen, zodat de muziek weer klinkt zoals het zou moeten, als een 'hologram van geluid'.
De enige misdaad van Veel is dat hij reclame maakt voor zijn eigen module. Erg hoor. Hoe dit apparaat van Norbert Veel klinkt, weet ik niet. Maar een soortegelijk apparaat, een converter die twee jaar geleden is ontwikkeld door Johan Ketelaar, geeft wel degelijk een behoorlijke verbetering van het geluid. Het totale geluidsbeeld is rustiger en vooral het ‘hoog’ is minder scherp dan van een CD-speler van hetzelfde merk die door Ketelaar niet behandeld is. Een slecht opgenomen CD blijft echter ook op Ketelaar’s appartuur beroerd klinken.
"Ik kan er niet meer utihalen dat wat er op het plaatje staat", geeft Ketelaar als commentaar op een manier alsof hij de verantwoordelijke geluidstechnicus wel zou kunnen wurgen. Er valt nog wel meer aan de huidige CD-spelers te verbeteren. Het ‘loopwerk’ deugt ook niet. Je moet je voorstellen: een lichtstraal van éénmiljoenste millimeter moet een CD-plaatje aftasten dat heel snel ronddraait. Als dat niet helemaal goed ligt, wat vaak gebeurt, dan gaat het zwabberen. Je krijgt dan problemen die de converter (de omzetter van computertaal naar elektrische golven, JM) allemaal moet oplossen."
Mensen die niet van topsport houden, zullen waarschijnlijk ook niets van de mentaliteit van mensen als Norbert Veel en Johan Ketelaar begrijpen. Het kan altijd beter, mooier en sneller, maar je kunt ook gaan joggen in het park met een draagbare radio op je schouder.